- gieten
- {{gieten}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [vocht laten stromen, schenken] verser2 [in een vorm laten stromen] fondre3 [besproeien] arroser♦voorbeelden:1 saus over een gerecht gieten • napper un plat de sauceeen emmer vol gieten • remplir un seauwater uit een emmer gieten • verser de l'eau d'un seau2 ijzer gieten • fondre du fereen standbeeld gieten • couler une statuehij weet zijn gedachten in een goede vorm te gieten • il sait traduire très bien ses penséeshet is een man uit één stuk gegoten • c'est un homme tout d'une piècehet gieten • le coulagedie kleren zitten als gegoten • ces vêtements te, vous etc. vont comme un gant3 de planten gieten • arroser les planteseen gietende regen • une pluie torrentielleII 〈onpersoonlijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ (het regent dat) het giet • il pleut à seaux
Deens-Russisch woordenboek. 2015.